No front page content has been created yet.
Een bedrijfsleider die leent bij zijn vennootschap heeft, moet daar ofwel interesten op betalen, ofwel wordt de bedrijfsleider privé belast via een voordeel gratis lening (zgn. fictieve debetinteresten).
Voor inkomstenjaar 2020 bedraagt de intrestvoet 10,20%.
Diverse kleine uitgaven worden door een werknemer in het kader van zijn arbeidsovereenkomst betaald, maar zijn eigenlijk ten laste van de werkgever. Voorbeelden hiervan zijn o.a. parkingtickets, restaurantkosten en verplaatsingskosten met openbaar vervoer.
De terugbetaling door de werkgever kan op basis van werkelijke bewijsstukken of op forfaitaire basis. Bij een uitbetaling van een forfaitaire onkostenvergoeding dient deze forfait onderbouwd te zijn op basis van bewijsstukken of redelijke normen.
Het nieuwe vennootschapsrecht trad in werking op 1 mei 2019. Voor vennootschappen die voor deze datum reeds bestonden werd er een overgangsperiode voorzien.
Sedert 1 januari 2020 zijn wel de zogenaamde “dwingende bepalingen” van het WVV automatisch van toepassing op uw vennootschap, ook al heeft uw vennootschap of vereniging haar statuten nog niet aangepast. Statutaire bepalingen die in strijd zijn met deze dwingende bepalingen zullen voor “niet-geschreven” worden gehouden.
MEEST
RECENTE
VACATURES